België staat in de top 3 van OESO-landen met de hoogste belastingdruk. Het overheidsbeslag, het aandeel overheidsuitgaven ten opzichte van het bruto binnenlands product, bedraagt 55%. De overheid moet efficiënter worden met minder uitgaven. En er moeten vooral meer mensen aan het werk, zodat de belastingen naar beneden kunnen om meer netto te geven.
Drie cijfers hangen altijd met elkaar samen: de belastingdruk, de werkzaamheidsgraad en het begrotingstekort. Ons land heeft met 72% (het gemiddelde in de EU is 75%) een te lage werkzaamheidsgraad, waardoor mensen die werken te hoog worden belast om de uitkeringen van werklozen en langdurig zieken en om andere overheidsuitgaven te betalen. De hoge (sociale) uitgaven en de te lage werkzaamheidsgraad met minder inkomsten liggen aan de basis van het Belgische begrotingstekort, dat het hoogte van de Europese Unie is.
Hoe de belastingdruk verlagen? Door efficiënter om te gaan met overheidsmiddelen. Minder en beter uitgeven dus. En door naar 80% werkzaamheidsgraad te gaan, zoals in buurlanden Nederland en Duitsland. Dat zou de staat elk jaar 26 miljard directe en 40 miljard totale inkomsten opleveren dankzij alle terugverdieneffecten. Als je weet dat de personenbelasting goed is voor ongeveer 50 miljard, kun je met een hogere werkzaamheidsgraad een serieuze belastingverlaging doorvoeren.
Een belastingverlaging, geen verschuiving
Alleen door de activiteitsgraad op te trekken, is een fiscale hervorming mogelijk. Let wel, een belastingverlaging (tax cut), geen verschuiving (tax shift). Een algemene fiscale hervorming is in ons land bijna niet meer mogelijk, door de verdeling van de fiscale bevoegdheden over de federale overheid en de gewesten. Voor een globale fiscale hervorming zouden de federale en gewestelijke regeringen samen rond de tafel moeten gaan zitten. De federale overheid is bijvoorbeeld bevoegd voor de personenbelasting, de vennootschapsbelasting, de btw en accijnzen en de roerende voorheffing, terwijl de gewesten bevoegd zijn voor de registratierechten, de onroerende voorheffing, de schenkingsrechten, de erfenisrechten en de verkeersfiscaliteit.
De fiscaliteit moet dienen om mensen die werken te belonen. Om de middenklasse te verdedigen. Wie werkt, moet altijd meer krijgen. In België betaal je al 50% belastingen vanaf een jaarlijks inkomen van 41.000 euro bruto. Het verschil met buurlanden als Frankrijk en Duitsland is gigantisch. De inkomensschijven moeten dus omhoog, zodat werkende mensen veel minder snel aan 50% worden belast. We hebben een belastingverlaging van 8 tot 10 miljard nodig om werkende mensen gevoelig meer netto te kunnen geven.
Door fiscale voordelen af te schaffen, maak je sectoren kapot
Dat brengt ons bij de fiscale voordelen, de zogenaamde fiscale niches die bepaalde politici zo graag zouden willen afschaffen. Populairste schietschijf: het fiscale statuut voor topsporters en meer bepaald voor topvoetballers. Doelman Simon Mignolet van Club Brugge wordt graag geviseerd, hoewel hij in ons land belastingen betaalt, er leeft en er dus geld uitgeeft. Zonder het fiscale voordeel voor het voetbal zou Mignolet gewoon bij een rijke buitenlandse club in doel staan en zouden de Belgische clubs heel wat goeie, vaak jonge eigen spelers naar het buitenland zien vertrekken. Resultaat: minder attractief voetbal, mindere resultaten, minder Europese wedstrijden, minder inkomsten, minder tv-gelden, en dus minder werk, minder activiteit. Het voetbal vertegenwoordigt een hele economische sector: van de medewerkers in de fan shop, over de spelers en trainers, via de catering, tot aan de verkopers van drank en hot dogs rond het stadion. Door zo’n fiscaal voordeel af te schaffen, maak je een sector kapot, die bovendien een belangrijke sociale rol vervult.
Een andere doorn in het oog van sommigen is het federale fiscale voordeel voor een tweede woning. Dat is een belastingkorting voor mensen (vaak zelfstandigen) die hun hele leven werken voor een tweede of derde woning. Daarmee stellen ze hun oude dag veilig of laten ze iets na aan hun kinderen. In plaats van zich druk te maken daarover zouden politici beter de aankoop van een eerste woning nog aantrekkelijker maken.
Het fiscale voordeel voor onderzoekers zorgt ervoor dat Waals-Brabant een topregio is in de farmaceutische industrie, met heel wat investeringen en werkgelegenheid. Neem die voordelen weg en de bedrijven en investeerders trekken weg.
De fiscale niches zijn het gevolg van de hoge belastingdruk in België. We zullen er dus niet aan raken zolang de fiscale druk zo hoog is. En zelfs in een grote belastinghervorming moeten we bepalen welke belastingvoordelen absoluut nodig blijven.
Conclusie, je kunt fiscaliteit nooit los zien van de economie en van de noodzaak om werkende mensen meer te geven. Mensen die werken omdat ze willen dat hun kinderen later beter zullen leven dan zij.